Motor World Tour
Dit wilden de goden voor zichzelf houden
Na de schepping was het land van Kirgistan (ook wel Kirgiziƫ genoemd) niet voor mensen bestemd, maar voor de Schepper zelf. Maar uiteindelijk liet hij zich overhalen en heeft hij het de Kirgiezen in bruikleen gegeven", zo luidt een oud Kirgizisch verhaal. Het is in ieder geval een bijzonder land, zeker voor liefhebbers van besneeuwde bergen, schitterende vergezichen, alpenweiden vol edeweiss, rust en ruimte.
Maandagochtend 13 juni hebben we om 7:30 uur ontbijt gevraagd, zodat we voordat we vertrekken, nog even naar de grote waterval (80 m hoog) kunnen gaan. We pakken in het dorp een taxi (oude jeep) om zover mogelijk naar de waterval te rijden. Onderweg moet de chauffeur nog 2x koelwater bijvullen voordat we boven zijn. De weg loopt over een smalle weg vol met stenen en we stuiteren in de auto op en neer tot we boven zijn. Het laatste stuk naar de waterval gelopen, echter aan de onderzijde komen we niet geheel tot aan de waterval zonder dat we zelf door het water moeten lopen. Dat laten we maar zitten en om daarna nog helemaal naar boven te lopen om de waterval te zien, daar passen we voor.

Vanuit de waterval zijn we helemaal terug gelopen naar het guesthouse (ongeveer 5 km). Onderweg nog leuke plaatjes kunnen schieten van hoe de mensen hier wonen en leven, lijkt wel 60 jaar terug in de tijd ten opzichte van Nederland.
Het is ongeveer 12 uur vooraleer we de motoren kunnen starten om de rit naar Kazarman te starten. Het eerste gedeelte is goed te doen met kortere stukken onverhard. Ongeveer halverwege hebben we de Kaldama Pass genomen, die is iets van 100 kilometer lang, volledig onverhard en tot een hoogte van 2975 meter. Het offroad rijden gaat steeds gemakkelijker. Bij een stop naast een soort van gletscher hebben we het onderweg gekregen brood genuttigd. Daar valt ineens op dat de motor van Martin olie is gaan lekken. Kunnen we hier toch niets aan doen en het oliepeil staat nog hoog genoeg. Vanavond of morgen maar eens nakijken.
Het laatste stuk omhoog rijden we door de wolken. Weinig zicht, koud en natte wegen zorgen ervoor dat we het voorzichtig aan doen. Aan de overkant van de pas krijgen we langzaamaan weer meer zicht en kunnen we weer genieten van het uitzicht. Aangekomen in Kazarman zijn we meteen naar het guesthouse gereden dat SilkOffRoad als waypoint had meegegeven. Het is een volledig huis en van alle gemakken voorzien. Er staat een wasmachine, dus kunnen we ook de klerenkast weer eens bijwerken. Voor ⬠25 samen inclusief ontbijt is dit weer een erg goede plek om te verblijven.
Nadat de was klaar is en opgehangen om te drogen, lopen we naar het centrum op zoek naar een restaurant. We vinden er uiteindelijk een waar foto's van Dürüm, Hamburger, spies en dergelijke op de gevel staan. Als we naar binnen gaan blijkt er ook een feest aan de gang te zijn, een grote tafel met vrouwen waarvan er eentje 41 jaar is geworden. Samen met een grote bluetooth beatbox krijgen ze veel kabaal klaar. Helaas zijn Dürüm en Hamburger niet verkrijgbaar, dus wordt het een shaslick spies met rijst en brood. Als drinken is enkel thee en koffie mogelijk, dus ook maar een thee genomen. Als we de maaltijd op hebben kopen we aan de overkant van de weg nog enkele flessen bier en nemen die mee terug naar het guesthouse. Onder het genot van een biertje maken we daar nog de blog over de reis van Tblisi naar Kazachstan en de eerste dagen in Kirgizië.
Morgen gaan we naar het zuiden naar de Tas-Rabat Caravan Serai, een plek hoger in de bergen en dicht bij de Chinese grens. Tevens even de lekkage van de motor nakijken, want dit lijkt te verergeren.

Op dinsdagochtend 14 juni was het ontbijt bij het guesthouse erg uitgebreid, we hebben het echter voornamelijk bij brood met gebakken eieren gehouden. Na het ontbijt de motor van Martin nagekeken op olie lekkage, er staat toch wel wat olie in het emmertje dat we eronder gezet hebben. Op het eerste oog lijkt het te komen via de olieaftapplug, dus die hebben we wat vaster gedraaid in de hoop dat het hiermee opgelost is.
Met mooi weer vertrokken in oostelijke richting. We moeten bijna tanken, maar omdat we denken dat we een grotere weg hebben stellen we dat uit tot later, er zijn toch tankstations genoeg. Dit blijkt een flinke misser te zijn. Al snel wordt het een onverharde weg door de bergen waar we bijna niemand tegen komen. Wel met prachtige natuur om ons heen en we genieten dan ook volop. Als we toch een keer een dorpje tegenkomen, vragen we daar of we ergens benzine kunnen krijgen. Bij een of ander huis die een vat benzine heeft staan om te verdelen zou dat moeten kunnen, maar na enkele belletjes door locals blijkt dat die allemaal niet meer genoeg hebben voor ons. Op de vraag hoeveel kilometer we nog moeten voor het volgende tankstation, krijgen we te horen dat dat 30 km is. Daarop besloten om de route toch maar door te zetten. De omgeving wordt mooier en mooier en we blijven genieten van het landschap, wel met de onzekerheid van een lege tank in het achterhoofd. Echter de bevolking hier is zo vriendelijk, daar gaat vast een oplossing komen. De motor van Martin gaat als eerst op reserve bij 216 mijl op te teller. Daarna beginnen we aan een beklimming wat hopelijk de laatste is anders wordt het zweten.
De top van de pas ligt op 2800 meter en we maken nog wat mooie foto's. Op dat moment heeft Martin 20 km op reserve gereden en bij aanvang is aangegeven dat we de 50 km op reserve niet halen. Net voorbij de top komen we bij een prachtig uitzicht, zo mooi hebben we beiden nog bijna nooit gezien. In de verre verte zien we een dorpje liggen en we hebben goede hoop dat we dat nog net kunnen halen. De afdaling zo zuinig mogelijk gereden om zo ver mogelijk te komen.

We komen warempel nog in het dorpje ook en na vragen worden we gewezen op een lokaal benzine verdeelstation. We kopen voor beide motoren 5 liter benzine, nadat we op Google Maps gezien hebben dat het volgende benzinestation over ongeveer 20 km is. Dat hadden we niet meer gehaald, dus hiermee zijn we prima geholpen. Bij het tankstation vullen we hem helemaal bij en we nemen ons voor om vanaf 150 mijl op te teller altijd te tanken als we een tankstation tegen komen.
In Baetov kopen we wat brood, kaas en worst voor de lunch en genieten daarvan op een bankje.

De motor van Martin lijkt steeds meer olie te lekken en daarom willen we dit even nakijken bij een garage. Na lang soebatten weten de taxichauffeurs wat er gevraagd wordt en brengt een van hen ons naar een lokale garage. Daar wordt de motor boven de smeerput gezet en nadat de carterbeschermer eraf gehaald is, blijkt er een gaatje in het carter geslagen te zijn door een van de schroeven van de carterbeschermer. Heeft waarschijnlijk al lang er tegenaan zitten tikken, maar is er nu doorheen gegaan. Op de vraag aan de monteur of hij dit kan maken, knikt hij bevestigend maar dan heeft hij wel metaalpasta nodig. Samen met de taxichauffeur gaat Rob de metaalpasta halen, terwijl Martin de diverse onderdelen wat schoonmaakt en de monteur de voorbereidingen verder kan doen om de pasta erop te smeren. Onder toeziend oog van Rob wordt het gat door de monteur vakkundig gedicht. De beschermplaat besluiten we met maar 3 schroeven vast te zetten, zodat die er niet meer tegenaan komt. Aangezien de pasta moet drogen, besluiten we onze intrek te nemen in het guesthouse even verderop, zodat de de pasta nog een hele nacht kan uitharden.
Helaas is het toilet bij het guesthouse stuk, dus het ouderwetse gat in de grond achter in de tuin toilet moet gebruikt worden. Er is ook geen WiFi, maar de hotspot werkt hier uitstekend. We hebben nog een rondje door het dorp (of is het een stad voor dit land?) gewandeld en een gevuld broodje gegeten. Onderweg terug nog wat koud bier gekocht en nadat we enkele glaasjes gedronken hebben is het genoeg geweest voor vandaag.
Morgen gaan we verder naar het zuiden nabij de grens met China om vervolgens Noordoost-waarts te gaan naar Naryn, alwaar we een hotel verwachten te krijgen. Naar verwachting blijft het blok bij Martin wel dicht en zal de olie lekkage voorbij zijn.

Vanochtend woensdag 15 juni ziet het er grijs uit buiten. Het ontbijt staat netjes om 8 uur klaar als we opstaan. Daarna is het alles inpakken zodat de spullen droog blijven. Nog ergens wat plastic vandaan halen om de rugzak van Rob in te wikkelen en dan alles op de motor binden. De regenhoezen om de zadeltassen en dan zijn de motoren er klaar voor. Zelf kleden we ons goed aan, want behalve nat verwachten we ook dat het koud gaat worden. Al snel belanden op de onverharde wegen richting de bergen. De ondergrond is vandaag geen stenen, maar een soort van rode klei die erg glibberig is vermengd met stenen hier en daar. Waar de stenen de boventoon voeren is het goed te rijden, maar op de andere plekken is het erg oppassen en het juiste spoor kiezen. Hier en daar ziet het lichter, maar het blijft regenen. Niet heel hard maar wel gestaag. In het begin gaan we al een rivierbedding over en we bedenken ons dat dit nu nog een klein stroompje is, maar door de regen weldra dieper zal worden. Benieuwd wat dat verderop gaat geven. We komen steeds hoger en zitten weldra rond de 3000 meter waar het koud is. Onze winterhandschoenen liggen nog in Tblisi en de zomerhandschoenen zijn eigenlijk niet geschikt om in regen en kou te rijden. De eerste pas is op 3150 meter hoogte en al snel moeten we stoppen om onze handen te warmen aan de uitlaat.Daarna weer een stuk rijden en vervolgens weer de handen opwarmen, dit ritueel herhaalt zich een aantal malen.
We blijven lange tijd rond en boven de 3000 meter rijden en het tempo ligt laag door de koude handen, maar vooral door de glibberige weg. Eenmaal moeten we de motor van Rob weer oprapen als de achterkant te ver zijwaarts is gegleden. Met dit tempo gaat er niets stuk en is het enkel oprapen en weer doorgaan. Het hoogste punt dat we bereiken is op 3400 meter. Vanwege de nattigheid en de kou hebben we niet veel zin om de camera op te helm te monteren of foto's te maken.

Eerst maar eens zorgen dat we van de pas af komen. Het laatste deel van de pas van in totaal 60 km is dermate modderig en glad dat het hier stapvoets rijden is met de voeten aan de grond. De motor glibbert alle kanten op en de banden zuigen zich meteen vol met deze klei. 300 meter voor het einde moet ook Martin eraan geloven en mogen we zijn motor ook oprapen. De klei blijft overal aan plakken en het achterwiel slaat de klei helemaal tussen de achterbrug en ketting. De pas eindigt op de snelweg van Bishkek naar China en daar stoppen we weer even. Enerzijds om de handen weer op te warmen, anderzijds geeft dit Martin de tijd om een groot deel van de klei bij het achterwiel en de ketting te verwijderen. Dit gaat nog niet gemakkelijk, want alles blijft plakken.
De grote weg waarop we terecht komen gaat rechtsaf naar China waarbij de grenspost op 3700 meter ligt, echter daar kun je niet naartoe rijden zonder speciale toestemming. Een stukje naar links is de afslag naar Tas-Rabat, een 500 jaar oude Caravan Serai. We zien dat dit ook een onverharde weg is van 15 km naar de Caravan Serail en besluiten die te laten voor wat het is. Even verderop bij een wegrestaurant kunnen we ons wat opwarmen en wat eten en drinken. Het is inmiddels na twaalven, de pas van 60 km heeft ons meer dan 3 uur gekost om te rijden.

We vervolgen onze weg naar Naryn waar we inchecken bij het Khan Tengri Hotel, onze spullen naar de kamer brengen en dan op zoek gaan naar een carwash. Zowel de motoren als onze broeken en motorlaarzen kunnen wel een schoonmaakbeurt gebruiken.

Even verderop bij de carwash worden de motoren vakkundig schoon gespoten en de broeken en laarzen onderhanden genomen. Dat ziet er weer heel anders uit en nu zullen de motoren wel weer wat minder piepen en knarsen. Bij het hotel worden de kettingen gesmeerd en de ketting bij Rob nog wat strakker gezet.
Na een douchebeurt ziet het leven er al weer heel anders uit en we gaan een biertje drinken op het terras van het restaurant. Het wordt al snel kouder en we besluiten binnen te gaan zitten voor het diner. Tijdens het diner gaan plotseling de discolampen aan een wordt harde muziek gespeeld. Dit duurt een half uur en net zo snel als het is gestart, wordt het ook weer ineens afgebroken en gaan de grote lampen weer aan. Een tweede set volgt een uur later. Het valt op dat er alleen maar vrouwen op de dansvloer staan, blijkbaar is dansen hier een vrouwending. We besluiten nog even mee te doen om ons niet te laten kennen. Als de muziek weer abrupt wordt gestopt, drinken we de fles wijn nog leeg en gaan dan naar bed.
Het is nog niet duidelijk wat we morgen gaan doen. Het beoogde volgende punt om te slapen is een yurt kamp op ongeveer 3000 meter hoogte bij het Song-Kƶl meer. Aangezien de voorspellingen aangeven dat het morgen ook nog gaat regenen hebben we weinig zin om nat aan te komen in een yurt kamp op 3000 meter hoogte om daar te slapen. Morgenochtend bepalen we definitief wat we gaan doen.

Donderdagochtend 16 juni is het gelukkig droog, maar het ziet wel grijs en het is met 12 graden best wel koud. De weersverwachting geeft aan dat er regelmatig regen kan vallen en daarom besluiten we al snel dat we vandaag niet naar Song Kƶl zullen gaan. Song Kƶl is een bergmeertje op 3100 meter en we kunnen daar slapen in een yurt kamp. Als we daar echter nat aankomen en we moeten zowel onszelf als onze spullen droog zien te krijgen en zelf warm zien te worden, dat zien we niet echt zitten. Het plan wordt daarom gewijzigd door naar Balykchy te rijden, aan de rand van het Issyk Koelmeer. Vanuit Balykchy kunnen we alle kanten uit, zowel het meer rond rijden als toch naar Song Kƶl of naar Bishkek. Dit is een route van 189 km over geheel verharde en grote weg. De reis begint voorspoedig en we stoppen onderweg regelmatig om een foto te maken van de huizen of hoe de mensen hier leven, dit gedeelte is echt een openlucht museum van hoe mensen begin 1900 leefden in ons land. De weg klimt gestaag en onderweg krijgen we nog een klein buitje over ons heen, dat zorgt ervoor dat we het weer koud en nat hebben.
De pas op 3030 meter hoogte slechten we daarna snel genoeg en even over de top stoppen we bij een wegrestaurant om op te warmen met koffie, thee en een daar klaargemaakt broodje. Het broodje wordt afgebakken in een pan met vet die houtgestookt is. Het toilet laten we maar zitten, want dit lijkt meer op een legbatterij voor varkens. Hoe is het mogelijk dat een modern uitziend wegrestaurant nog voorzien is van een dergelijk toilet, dit soort tegenstrijdigheden kom je in Kirgiziƫ nog regelmatig tegen.
Vanaf het wegrestaurant is het nog ongeveer 100 km rijden naar Balykchy. De resterende kilometers blijft het droog en doordat we gestaag dalen wordt het steeds aangenamer qua temperatuur. Het hotel ziet er goed uit en de kamer is ruim, schoon en voorzien van modern sanitair (op het douchegordijn na dan). We rond 14:00 uur bij het hotel, dus het voelt voor ons een beetje als een rustdag, zeker ook omdat de route enkel over verharde wegen liep.

Nadat we ons geĆÆnstalleerd hebben in het hotel en even lekker niets gedaan hebben, lopen we verder de stad in op zoek naar een strandje aan het meer dat op ongeveer 2 km moet liggen. Als we bij het strandje uit komen waait er een wat frisse wind, maar in de zon is het lekker. De kinderen zijn lekker aan het voetballen op het strand en er wordt gezwommen in het meer. Er staan strandtentjes met drank en hapjes verkoop, dus we maken het ons maar eens gemakkelijk en genieten van het uitzicht op het meer en de spelende kinderen.
Na zessen wordt het langzaamaan kouder en lopen we terug richting het hotel. Dicht bij het hotel is een moderne supermarkt, de eerste moderne supermarkt die we zien in Kirzigiƫ. Naast de supermarkt zijn enkele fastfood restaurantjes en we besluiten het ervan te nemen met een hamburger of (soort van) dƶner met friet erbij. Koud bier kopen we in bij de supermarkt om lekker op te drinken in het hotel. 's Avonds in het hotel bepalen we de route om het meer heen voor de komende dagen maken we de blog over de afgelopen 4 dagen.
Morgen gaan we starten met het rondje om het meer en afhankelijk van de weersomstandigheden bouwen we daar meer of minder offroad stukken door bergen in.