Motor World Tour
Heet en historisch Iran
Bijgewerkt op: 27 jun. 2022

Vanmorgen zondag 29 mei, na een lekker ontbijt, zijn we vertrokken uit de Bishapur Ecolodge. Olie bijgevuld en de ketting gesmeerd voor we vertrokken en daarna het eerste stuk via de binnenwegen naar Shiraz gereden. Martin heeft zijn koelvest al aangetrokken om te testen, want het kwik zal de komende dagen boven de 30 graden blijven. Dit blijkt goed te werken zolang er rijwind is om hem af te koelen.
We zijn het laatste stuk via de hoofdwegen naar Shiraz gereden, het rijden lijkt hier wat vlotter te gaan dan in het noorden van Iran. In Shiraz zijn we naar het Karim Khan Hotel gereden om onze fietsen en spullen te stallen. Het hotel is een luxe hotel met zwembad en parkeergarage. Terwijl Rob naar de kapper ernaast gaat voor een nieuw strak kapsel, gaat Martin het zwembad uittesten. Er zijn 2 zwembaden, een groot en een klein. Het kleine bad wordt zo'n 40 graden en het grote bad 33 graden. Warm, maar wel lekker om even te zwemmen.

Na deze verfrissing voor ons beiden, trokken we de stad in. Het eerste doel was de roze moskee, want dit is volgens velen de mooiste moskee van Iran. Nou als je van blingbling houdt is het dat zeker, want de hele moskee is van binnen beplakt met een mozaïek van stukjes spiegel. Ook het mausoleum aan hetzelfde plein ziet er van binnen zo uit. Een indrukwekkend geheel in dezelfde stijl zowel van buiten als van binnen.
Via de bazaar liepen we naar het Vakil Bad, waar verschillende poppen staan opgesteld om de sfeer van het vroegere badhuis te laten zien. Leuk maar minder de moeite waard om te zien. Door de stad terug gelopen richting hotel, waar het erg warm aanvoelt, het is hier in de schaduw zo'n 35 graden en de zon prikt behoorlijk. De airco in het hotel werkt goed en in die koelte heb ik de administratie bijgewerkt en naar de Formule 1 race van Monaco gekeken.

s Avonds komt de stad weer tot leven als we iets gaan eten. De marktwaren worden op straat uitgestald voor de verkoop en dit lijkt de komende uren (het is nu 21:00 uur) zo door te gaan, want de mensen zijn nog steeds bezig hun waren uit te stallen. Na een kippenpoot met een broodje te hebben verorberd, zijn we teruggekeerd naar het hotel.

Op maandag 30 mei hebben we genoten van een uitgebreid ontbijt in het hotel en zijn toen vertrokken richting Yazd. Eerst over grotere wegen, maar na ongeveer 200 km de binnenwegen genomen. Het valt op dat het hier in het zuiden rustiger is op de wegen en er ook minder hectisch gereden wordt. De binnenwegen waren lekker relaxed rijden, als is een gele weg nog steeds vierbaans. Soms liggen de gescheiden rijstroken wel een kilometer uit elkaar, ze hebben toch ruimte genoeg moeten ze gedacht hebben. Veel door de woestijn gereden, maar wel op redelijke hoogte (2000 + meter), waardoor het aangenaam rijden was. Soms zaten er lekkere bergwegen tussen met goed asfalt, is wel weer even wennen. In de buurt van Yazd waren de wegen echter weer spiegelglad, het is constant op eieren rijden en niet te hard remmen. Het schoot goed op vandaag, de meer dan 500 km tot het hotel in Yazd hadden we om 16:30 uur al afgelegd. Tijdens de lunch waren we zelf weer een bezienswaardigheid en wilde de restaurant eigenaar met zijn zoon ook even op de foto met zo'n grote motor.

In Yazd is het weer heet en je ziet 's middags dan ook weinig mensen op straat. We hebben zelf ons rustmomentje ook maar even gepakt door in de koffieshop op het dak van het hotel even wat te gaan drinken en de route voor morgen uit te zetten.
In de avond zijn we de stad in gelopen, het hotel zit in het oude stadsdeel dus hoefden we niet ver te lopen. Eerst naar het Amir Chakhmaq Complex gelopen wat een prima herkenningspunt is en waar het in de avond altijd druk is. Tussentijds nog even geld gewisseld bij een kledingwinkel, omdat het wisselkantoor al dicht was.
Daarna terug gelopen naar het oude gedeelte en op een dakterras genoten van een heerlijke Iraanse pizza met een Cola Zero.

Uiteindelijk nog even chillen in de koffiebar op het dak van het hotel en daarna in ons heerlijke bed gedoken.
Morgen vervolgen we onze weg naar Kashad (weer ongeveer 500 km), een stad met vele grote landhuizen. We stellen ons er niet teveel van voor, maar de reis ineens naar Teheran is te lang. De banden houden het nog goed vol, we denken dat we met deze banden weer tot in Tblisi kunnen komen waar we de banden gekocht hebben die nu al een tijdje achterop liggen. Dit komt door de gladde wegen in Iran die er tevens voor zorgen dat er bijna geen banden slijtage is.

Op dinsdagochtend 31 mei genoten van een heerlijk en uitgebreid ontbijt in het hotel. Daarna vertrokken in de richting van Teheran, maar vandaag is de eindbestemming Kashad op ongeveer 250 km van Teheran. Eerst even afzien met 300 km grote wegen met veel vrachtauto's door de zon en warmte. Op die route zijn geen leuke wegen te maken, dus we moeten even doorbijten. Zodra het kan zijn we de bergen in gedoken. Bij onze stop voor de lunch komt er spontaan een Iraniër met 250cc sportmotor (Hyosung o.i.d.) ons helpen en met ons praten. Hij gaat mee om te helpen in de supermarkt met eten kopen en zoekt daarna een rustig plaatsje voor ons op in een parkje. Natuurlijk weer veel bekijks in het parkje. Bij het parkje is ook een oude moskee, waar hij ons een rondtour geeft. Daarna is het nog niet over, want we moeten mee naar een caravansevai waar we ook een rondtour krijgen. Deze caravansevai is omgebouwd tot een mooi en ook sjiek hotel, prijzen vanaf € 100 per nacht. Na afloop nog een foto sessie gehouden voor de caravansevai, zodat eenieders Instagram account weer gevoed kan worden met foto's van onze aanwezigheid. Er wordt nog aangegeven dat we zeker naar Abyaneh moeten gaan kijken, een oud bergdorp dat nog in de oorspronkelijke staat is met allemaal kleine straatjes. Een omweg van 2x 20 km, maar wel met goed wegdek en mooie bochtige wegen. Lekker om dat weer eens te ervaren!
Het dorpje hebben we op onze eigen manier gedaan door de camera op de helm te zetten en door het dorp te rijden. Geloof niet dat iedereen daar gelukkig mee was, maar het was wel leuk.

Vervolgens naar Kashan gereden en een kamer geboekt bij Morshedi House, een historisch gebouw waar onze hotelkamer half onder de grond ligt. Het hotel heeft een heerlijke binnenplaats waar even lekker kunnen chillen.
Vroeg in de avond de stad in gelopen en de bazaar van Kashad bezocht. Mooie en grote bazaar zoals je op de foto ziet, maar met dezelfde prullaria als in alle andere bazaars. In de bazaar komen we aan de praat met iemand die ons meer verteld over de bazaar en de geschiedenis van Kashan. Hij laat ons de leuke plekjes van de bazaar zien en geeft wat tips voor Kashan. Het blijkt dat ons hotel het beste restaurant van de stad heeft, dus daar gaan we straks naartoe. Hij blijkt zelf een tourguide te zijn die met zijn auto de toeristen door Iran leidt, voor € 150 per dag voor 2 personen hoef je enkel de lunch nog te betalen.
In het restaurant Morshedi inderdaad heerlijk gegeten en na afloop op het open dak nog wat gedronken. Daar zaken ook twee Duitsers die met een rugzak toer bezig waren. Een gesprek aangeknoopt en lekker bijgepraat over politiek, oorlog en Iran. Nog wat extra tips gekregen voor Teheran. Zij zoeken meestal hostels, soms met eigen kamer, maar vaak ook in slaapzalen. Dat is toch niet ons ding. Ze gaan nog enkele dagen reizen door Iran en nemen dan de ferry naar Saoedi Arabië, mede ook doordat de grens van Azerbeidzjan nog dicht is.
Morgen wacht de reis naar Teheran waar iedereen van zegt dat het verkeer zo enorm hectisch is, zal wel meevallen denken wij nu wij het Iraanse verkeer eenmaal gewend zijn.

Na het ontbijt op woensdag 1 juni zijn we even de stad in gelopen om enkele historische huizen te bekijken in Kashan. Dit zijn de grote huizen die gebouwd zijn in de Qajan dynastie voor de rijke families. De huizen maken slim gebruik van de dikte van de muren, de wind en de schaduw om een aangenaam klimaat te creëren. Door de dikte van de muren en veel vertrekken half in de grond te bouwen zorgde dat voor koelte in de kelder vertrekken. Ieder huis heeft een windtoren die als een soort airco voor de luchtstroom door de huizen zorgde en zo voor verkoeling in alle vertrekken. Als laatste waren op de binnenplaatsen telkens kleine waterbassins die het gebrek aan vocht in de atmosfeer compenseerden en tevens de energie van de zon in de vorm van warmte opsloegen. Dit water werd gebruikt voor zowel de tuinen binnen de huizen als ook voor verkoeling van de bewoners en hun gasten. We hebben een tweetal van deze huizen bekeken en ook ons hotel Morshedi House is van dit type historisch huis, waar wij in een van de kelder vertrekken onze kamer hebben.

Na dit culturele uitstapje hebben we de motoren weer gestart voor onze eerste stop in de woestijn bij enkele zandduinen bij Caravansevai Maranjab aan de onderkant van het Narmak meer dat inmiddels een zoutmeer/vlakte is geworden. Voor de laatste 40 km moet je zelfs entree betalen, terwijl het een onverharde weg is. Soms waren er stukken los zand die moeilijk te rijden waren, dat gaat Rob wat beter af dan Martin die flink heeft zitten zweten (en niet alleen van de warmte). Onderweg kwamen we nog een aantal kamelen tegen, die gewillig op de foto wilden met ons. Uiteindelijk bij de Caravansevai Maranjab aangekomen, maar die bleek dicht te zijn.

Daarop nog maar een klein stukje doorgereden tot aan de zandduinen. Rob is wat verder naar de zandduinen toe gereden, Martin heeft de motor op de weg laten staan. Na de fotoshoot bij de zandduinen bleek de keuze van Martin de juiste, want het heeft flink wat duw en trek werk gekost om de motor van Rob weer uit de zand te krijgen. Is uiteindelijk gelukt, maar zorgde ervoor dat we het nog heter kregen, gelukkig hadden we nog wat water bij ons.

Het voordeel van door de woestijn rijden is dat er naast de weg nog ruimte genoeg is om te rijden, die ruimte hebben we gebruikt om dwars door de woestijn naar het zoutmeer te rijden. Het lukte echter niet helemaal, want langs de rand van het zoutmeer begonnen we toch diepere sporen te trekken en bleek dat dit niet ging lukken. Dan maar op de donkere en hardere stukken langs het meer af gereden tot aan de weg naar het meer toe en die gevolgd door het meer. Na enkele kilometers bleek de weg een kuil te bevatten die nog vol zoutwater stond. Bij Rob hield de bovenlaag het nog, maar Martin kreeg een flinke laag water over zichzelf en de motor heen toen hij daar doorheen reed. En het water was nog heet ook!

Na een aantal km's over de weg te hebben gereden zijn we ons maar gedraaid en hebben de route terug genomen naar de bewoonde wereld. Op de terugweg is Martin nog met de motor vast komen te zitten langs de kant van de weg en ook de hulptroepen (Rob) heeft de motor even neer moeten leggen in de losse zand (mooie foto geworden). Eenmaal op de verharde weg zagen we een auto wasserette die we meteen een bezoek gebracht hebben om al het zout van ons en van de motoren af te spoelen. Eindelijk weer eens een schone motor, viel nog niet mee om die dikke laag zout er vanaf te krijgen.
Na ons avontuur in de woestijn nog 250 km grote weg gereden naar Teheran, waarvan iedereen zegt dat het verkeer daar helemaal verschrikkelijk is. Aangezien we inmiddels wel wat gewend zijn in Iran, maken we ons daar niet zoveel zorgen om. Dat blijkt terecht, want zonder problemen bereiken we het Taj Mahal Hotel dat we uitgezocht hadden op Internet. De prijs van $50 per kamer bleek echter niet te kloppen, men had het over $150 per kamer. In Iran is er echter een site zoals booking.com die apochi.com heet en waar we het hotel op gevonden hadden voor $52 per nacht (weliswaar voor 1 persoon). Uiteindelijk konden we een kamer krijgen voor € 75 per nacht, wat toch bijna de helft van de oorspronkelijke prijs was. Het is een erg luxe hotel met een zwembad, sauna, jacuzzi, stoombad en sportschool in de kelder en zowel een Iraans als Indiaas restaurant. In de douche heeft Martin maar meteen de zoute kleren gewassen, die moeten er nu weer tegen kunnen en niet meer zo stijf zijn. Het zout en zand zat overal, dus nu weer frisse motorkleren. Daarna allebei het heerlijke zwembad in gedoken om helemaal schoon te worden en op te frissen.
In de avond niet veel zin meer om de stad in te gaan, dus in het Indiaas restaurant lekker gegeten en nog een drankje gedaan aan de bar. Geen alcohol, dus cola en koffie.
's Avonds lazen we nog een bericht op Facebook waar het iemand toch gelukt is om toegang te krijgen tot Azerbeidzjan om het veer te nemen. Daarop hebben we direct een bericht gestuurd naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Azerbeidzjan om dat ook te proberen. Nu duimen dat het ons ook gaat lukken.
Morgen staat een dagje sightseeing in Teheran op het programma.